Willem Hendricksz Boom
Willem Hendricksz Boom,
zie testament H.W. Boom: 3722A25; 14-08-1708,
krijgt de grutterijen.- Vader:
Hendrick Willemsz Boom ( Grutter), zn. van Willem Jansz Ramaker,
geb. te Koptienden Huizen Eerste: 1679-62,
doopsgezind,
Grutter,
OAH-II-E-182;Verponding 1683: 6 4 6;,
ovl. op 13-02-1716 te Huijsen; DTB-20 ; Koptienden Laatste: 1720-22,
begr. op 13-02-1716 te Huijsen; DTB-12-Impost: f 3,-,
, -
HEIJNRICK WILLEMSEN GRUTTER / BOOM
Huizen Koptienden (1679-62 1720-22):
1679-62: v. Dirck Anxsz 3 cop
- v. Willem Jansz Ramaker 4 cop 1/2
- Situatie: 7 cop 1/2
1689-58: v. Cornelis Jacobsz Schram 2 cop 1/4
- (op Hendrick Willemsz BOOM)
- Situatie: 1 Spt 1 cop 3/4
1693-49: v. Henrick Rijcksz Lustigh 1 Spt 2 cop
- Situatie: 2 Spt 3 cop 3/4
1698-36: v. Jan Hendrick Gerritsz 2 Spt 4 cop 1/4
- Situatie: 5 Spt
1699-36: v. Teunis Pietersz Vergoes 7 cop 1/2
- Situatie: 5 Spt 7 cop 1/2
1720-22: op Lambert Jacobsz Ceelewigh 7 cop
- op Gerrit Hendricksz Boom 1 Spt 2 cop 1/4
- op Tijmen Tijmensz 2 cop
- op Lambert Claesz Prins 2 Spt 1/2
- op Harmen Tijmensz 3 cop 1/4
- op Jaap Hendrick de Boer = Snijder 2 cop 1/4
- op weeskind v. Harmen Tijmensz 1 cop 1/4
-
SAGV155.2-ORA-3236, Folio 13; 16-07-1674: Schepenen verzocht wesende omme neffens Jacob Jansz Jongerden en Hendrick Willemsz Grutter tot Huijsen als gestelde vooghden over de weeskinderen van Jan Hendricksz in de Boomen een derde vooght te
stellen wesende Willem Cornelisz van Blaricum
-
ONA-3667A007; 04-03-1675: Op verzoek van Rijck Pietersz Molenaer verklaren Jan Evertsz (40) en Claes Hendricks (33) allen buurlui van huijsen, dat zij op 02-03-1675 in de woonstee waren van Henrick Willemsz, huurman van de behuizingen en
grutterijen van Theunis Pietersz in huijsen en konden horen dat er 's avonds achter de gesloten deuren meel gemalen werd
-
ORA-184-3172; 09-05-1675: Schepenen gehoort de schuldtbekentenis en versoeck van uijtstel bij Hendrick Willems die nevens Jacob Jansz Jongerden, als vooghden over de nagelaten weeskinderen van Jan in de boomen gedaghvaert was van wegen Geertge
Lamberts weduwe van Jacob Rutten over betalinge van f 27:10:- ter saecke van een vierendeel Jaers houloon van de voorsz weeskinderen en judisco gedaen, enz
-
ORA-184-3184A015; 29-04-1678: Jan Aertsz en Wijchert Willemsz schepenen verclaren ten versoecke van Theunis Pietersz Vergoes hoe waer is dat wij op den 20-04-1678 ten versoecke van requirant sijn geweest in desselfs huijs alwaer alwaer
jegenwoordigh woonaghtigh is eenen Hendrick Willemsz Boomen dat het meel door een houten pijp van boven af is comen lopen in een ton, soo dat het na ons oordeel wel scheen of den selven Hendrick Willems meel hadde gemalen dogh verder ter
versoecke van de voorn requirant boven op solder gegaen sijnde hebben aldaer duijdelijck en claer volgens onse kennisse gesien dat het geen meel maer grutte malen was door dien dat het meel boven gemelt door verscheijde zeven van de grutte
gepareert sijnde in de voorsz pijp gevallen en soo beneden in de ton gelopen is
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Capit.: 1/4; Grutter; Zout: vat 1/8; m: 1, v: 1, kb: 4, ko: 2; Personen: 7
-
ORA-184-3191A112; 12-06-1680: Lourens de Wolff schout, Hendrick Willems en Eijlbert Lamberts, schepenen, Hendrick Willemsz Boom en Jacob Killewigh als voogden van de nagelaten weeskinderen van Jan Hendrick Boom en zich sterk makende voor Jacob
Sijbrants man mede vooght hebben verkocht en getransporteert aan Gerrit Tijmensz seecker negen voet maetland gelegen op huijser aengereght naast voorn. koper ten Noorden en de verkoper ten zuiden voor 150: gl
-
ORA-184-3191A224; 06-12-1681: Franckie Claes weduwe van Teunis Pietersz Vergoes wonende te Naarden verkocht aan Hendrick Willemsz Boom seecker huijs met grutterijen daer annex met alle 't geen daer toe en bij behorende is staende @ gelegen in
het dorp alhier voor f 1400:0:-
-
ONA-3710A032; 18-07-1682: Jacob Gerritsen Grutter out buijrmr des dorps huijsen en Hendrick Willemsen Boom grutters binnen den selve dorpe verklaarden op verzoek van Pieter Visscher Impostmr. van 't gemaell ende desselfs enz dat zij
verscheijden jaeren herwaarts hetmudde sestien stuijbers meer hebben vercocht als het mudde boeckweijden meel, en dat attestantennu ontrent twee jaeren aen den anderen deselve grutten voor gelijcke prijs als het meel hebben vercocht gehadt, en
de meergemelde grutten nog daegelijcks in diervoegen
-
ONA-3695A024; 13-07-1687: Getuigen Jacob Gerritsz Grutter out-buermeester en Hendrick Willemsz Boom oud-schepen van het dorp Huijse, beide grutters in hetzelfde dorp, leggen contratueel vast dat Hendrick Willemsz Boom grutten tot meel mag malen
op de molen van Jacob Gerritsz zonder dat zijn erfgenamen of successeurs noght ijemant van sijnent weegen dit kunnen beletten. Er liep een proces tussen Jacob Gerritsz en Rijck Pietersz Molenaer; getuigen Gerrit Varekamp, Gerrit Jansz d'oude en
Cornelis Willemsz Coopman.
-
ORA-184-3193A273; 13-02-1692: Sanne Segers weduwe van Evert Evertsz verkocht aan Hendrick Willemsz Boom zeker 11 voeten maetland gelegen op huijse angereght gemeen met Wijgert Willemsz Schipper voor f 150
-
ORA-184-3193A316; 31-07-1692: Hendrick Willemsz Boom en Wijgert Willemsz Schipper verkochten aan Pieter Hendricksz Vos zeker huis en erf gelegen alhier naast Cornelis Cornelisz ten noorden en Claes Francen Jonge ten zuiden voor f 150.
-
ORA-184-3194A287; 23-01-1697: Compareerden voor Lamb. Killewig schout, Gerrit Koetsier en Willem Boor schepenen, Harmen Tijmensz bekende schuldig te zijn aan de Mennonisten Gemeente alhier een som van 1500 gl. te restitueren enz. met rente van
f 4 per fl 100 per jaar met als onderpand zeker coorn wint molen staande en gelegen alhier op de molenberg alsmede zeker huis en erf staande naast voornoemde molenberg staande naast Teunis Gerritsz ten zuiden alsmede al zijn goederen;
compareerden mede Hendrick Willemsz Boom voor de ene helft en Jacob Tijmensz, Gijsbert Tijmensz, Willem Tijmensz en Jan Tijmensz voor de andere helft mede borg staanden.
Op 17-05-1715 hebben Jacob Tijmensz en Leendert Vergoes als diaconen van de Mennisten gemeente verklaard dat bovenstaande schuld afgewikkeld
-
ORA-184-3195A417; 20-03-1699: Leendert Theunisz Vergoes verclaerde vercoght te hebben aan Hendrick Willemsz Boom 2 / schepel bouwlant genaamt den Geurt Acker naast den Bierwegh ten poosten en Willem Evertsz ten westen voor f 180
-
Amsterdam-1120-291; 13-08-1708: Hendrick Willemsz Bomen, MENNIST, Attestatie van Annetje Johannes Lint
-
Amsterdam 1120-291; 13-05-1708;
-
ONA- 3722A025; 14-08-1708: Testament Hendrik Willemsz Boom en Reijntje Gerrits echteluijden binnen Huijsen. Aan hun zoon Willem Hendricksz Boom pre-legateren zij f 200,- voor zijn langdurige en getrouwe diensten. Dit bedrag moet later
afgetrokken worden van de totale waarden van al het Timmer, Pomp Rademaeckers en draaij gereedschap. Tevens worden tot erfgenamen benoemd, naast genoemde Willem Hendricksz Boom, Gerrit Hendricksz Boom en aan Gerritje Harmens, nagelaten kind van
haar dochter Marritie Hendricksz Boom verwekt bij Harmen Tijmensen, elk zijn gerechte 1/3 portie, waarbij haar meer gemelde zoon Willem Hendricksz Boom zal krijgen de grutterij met den aancleven van dien nevens het huijs en de hoffstede door
haar jegenwoordig bewoond. te aanvaarden voor een bedrag van f 1800,-. In presente van Leendert Jansz Vergoes en Claas Jelisz Huijsman
-
ORA-184-3176; 21-06-1709: Tot vooghden over het kint van Marritje Hendricks verweckt bij Harmen Tijmensz werden gestelt Hendrick Willemsz Boom en Jacob Tijmensz en Wijchert Jacobsz Backer
-
ORA-184-3176; 04-10-1709 / 01-10-1709: Akte van bewijs. Harmen Tijmensz weduwenaer van Marritje Hendricks hebbende een nagelaten doghter genaemt Gerritje Harmens, is met de voogden Hendrick Willemsz Boom, Wijchert Jacobsz en Jacob Tijmensz
overeengekomen: f 700,-, sieraden en opvoeding
-
ORA-184-3177; 08-09-1713: Hendrick Willemsz Boom, Jacob Tijmensz, Leendert Vergoes, Jan Claesz en Willem Tijmensz bij de doopsgesinde gemeente deses dorps aengestelde diaconen der selver gemeente in die qualiteit eijscher CONTRA Pieter Gerritsz
Snijder gedaagde
-
ORA-184-3177; 15-03-1720: Schepenen, door Jacob Tijmensz en Aert Gerritsz Coppen als bij die van desen gereghte gestelde vooghden over het nagelaten kind van Marritje Hendricksz Boom geprocreeert bij Harmen Tijmensz welck kint voor de helft
erfgenaem is van Hendrick Willemsz Boom en Reijntje Gerrits grootvader en grootmoeder van het selvete kennen gegeven sijnde dat in de voorz boedel gevonden werden verscheijde schulden om ??? te voldoen, geen penningen voor handen in den boedel
gevonden sijn en nademael de crediteuren enz
-
ONA-3730A071; 18-10-1720: Testament van Gerrit Hendirksz Boom en Dirkje Jans egtelieden woonagtig tot Huijzen gepasseert ten huijze van de Testateurs ter presentie van Barent Jacobsz Wacker en Claas Jacobsz Jongerden. Testatrice Dirkje Jans
pre-legateert aan Hendrik Gerritsz Boom, Gerrit Gerritsz Boom en Willem Gerritsz Boom de helft van alle haar linnen.
Testateur Gerrit Hendricksz Boom verklaarde dat in de goederen niet begrepen zijn wat hij heeft gekregen van Hendrick Willemsz Boom en Rijntje Gerritsz Boom zijn overleden vader en moeder
-
ORA-184-3217A003; 10-01-1721: Scheiding en deling goederen metter dood ontruijmt bij Hendrik Willemsz Boom en Reijntje Gerrits in leven egteluijden binnen den Dorpe Huijsen, gedaan maken bij Jacob Tijmensz en Aart Gerritsz Coppen als voogden
over:
- 't minderjarige kint van Marritje Hendriks Boom genaamt Gerritje Harmens ter eenre, ende
- Gerrit Hendriksz Boom (4 kinderen) ter ander zijde,
zijnde kinds kint, en soon van de voornoemde Hendrik Willemsz Boom en Reijntje Gerrits volgens testament Nots. Jan Nagtglas binnen Naarden 29-01-1716: huizen, f 1.688,- land, koeien
-
ORA-184-3218A048;12-04-1727: Gerrit Hendriksz Boom, soon van wijlen Hendrik Willemsz Boom en Reijntje Gerrits,
- alsmede Gerritje Harmens meerderjarige nagelaten dochter van Marritje Hendriks Boom, die een dogter was van de voorsz: Hendrik Willemsz Boom en Rijntje Gerrits, en sulks te samen enige soon, dogtersdogter en universele erffgenamen van
genoemde overleden personen. Verwijzing naar Testament dd 29-01-1716 bij Nots Jan Nagtglas tot Naarden. Volgt verdeling van 2 huijsen .
- Gerrit Hendriksz Boom is door verval van nering, misfortuijn en groote familie van kinderen gebragt tot uijtterste armoede (Zie A049)
-
ORA-184-3218A049;12-04-1727: Gerrit Hendricksz Boom en Dirkje Jans desselfs huijsvrouw en Nicolaas Bilsteijn en Willem Koij als voogden over de minderjarige kinderen van voorn: eerste comparanten, te kennen gevende dat hem van sijn vader en
moeder Hendrik Willemsz Boom en Rijntje Gerrits waren toebedeelt een huijs erve en Grutterijen gelegen alhier tot Huijsen enz. Krijgt via de voogden kleine toelage (Zie A048),
relatie.
- Moeder:
Reijntje Gerrits ,
geb. in 1639,
doopsgezind,
ovl. op 26-08-1719 te DTB-20 Huijsen; MENNIST; 80 jaar,
, -
ONA-3722A22; 14-08-1708: zie testament H.W. Boom
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 26-08-1719: Reintje, Een grutters-weduwe-vrouw, Mennist, bij de 80 jr
-
ORA-184-3218A048;12-04-1727.
>